De ananas (Ananas comosus) behoort tot de plantenfamilie van de bromelia's en is een uiterst bijzondere plant. Uit één plant groeit altijd maar één ananasvrucht, die 13 tot 15 maanden nodig heeft om rijp te worden voor de oogst. De ananasvrucht bestaat uit een samengesmolten bessenfruitverbinding en een vruchtsteel. De naam "comosus" is de Latijnse term voor kuif, die verwijst naar de karakteristieke bladrozet van de vrucht.
De teelt van ananas kent een lange geschiedenis. Het werd al door de inheemse volkeren van Zuid-Amerika als voedsel geconsumeerd, zelfs voor de productie van wijn. De verspreiding van de vrucht door Portugese zeevaarders maakte de luxe vrucht wereldwijd populair. De beperkte houdbaarheid van de vruchten maakte de handel echter lange tijd moeilijk, waardoor het bezit van deze exotische vrucht in Europa een statussymbool werd. De complexe, dure teelt van de planten werd een rage onder Britse aristocraten in de 17e eeuw. Ook vandaag de dag is de teelt van de planten nog steeds arbeidsintensief, omdat elke plant slechts één vrucht per jaar produceert.
Er zijn verschillende soorten ananas, waaronder Smooth Cayenne en MD2, Spanish, Queen, Pernambuco en Perolera. De Smooth Cayenne-variëteit is een van de twee belangrijkste teeltvariëteiten, die een vrucht tot 4 kg kan produceren. Het wordt gekenmerkt door een aromatische smaak en lichtgeel vruchtvlees. Het ras MD2 is het tweede belangrijke teeltras, dat wordt gekenmerkt door een sterkere zoetheid en minder zuur.