Voor de mens worden isoleucine, leucine, lysine, methionine, fenylalanine, threonine, tryptofaan en valine beschouwd als essentiële aminozuren. Ze behoren tot de groep van proteïnogene aminozuren die betrokken zijn bij de lichaamseigen eiwitsynthese. Ons lichaam kan deze negen aminozuren niet zelf aanmaken en is daarom afhankelijk van een dagelijkse inname in voldoende hoeveelheden. Het aminozuur histidine wordt, afhankelijk van de definitie, geclassificeerd als essentieel of semi-essentieel. Om deze reden zijn er verschillende gegevens in de literatuur over het aantal essentiële aminozuren (acht of negen).
Met behulp van aminozuren worden onder andere alle eiwitbevattende lichaamsstructuren, zoals spieren, opgebouwd. De individuele eiwitbehoefte is afhankelijk van de fysieke activiteit, evenals van de leeftijd en de groeifasen.
Gezondheidsclaims volgens de EFSA:
Eiwitten dragen bij tot
- een toename van de spiermassa,
- het behoud van de spiermassa,
- het behoud van normale botten.